De Geschiedenis van het Schaakspel

De precieze oorsprong van het schaakspel is niet meer te achterhalen, ondanks de grote populariteit ervan. De eerste vermeldingen van het spel vonden ongeveer 600 jaar na Chr. Chr. in het noorden van India. Het is zeer waarschijnlijk dat schaken zich ontwikkelde uit het spel "Chaturanga", dat toen in India werd gespeeld en zoiets betekende als "Vier Elementen" of "Vier Delen". Het spel verwees naar de vier eenheden van de Indiase legers: infanterie, cavalerie, strijdwagens en olifanten, die, net als bij schaken, werden verplaatst op een speelveld met 64 vakjes. Aangezien de exacte regels echter niet bewaard zijn gebleven, is het verband tussen de spellen helaas niet te bewijzen en kan er slechts zeer vaag naar worden gegist. Bovendien wordt aangenomen dat de term "Chaturanga" in veel historische verslagen verwijst naar het Indiase leger zelf en niet naar het bordspel in militaire stijl. Toch kan worden uitgesloten dat het spel één enkele initiator heeft, want naast de grote complexiteit heeft het ook veel culturele en historische referenties die ver uit elkaar liggen in de tijd.
Illustration of Shatranj pieces in the book Mandragorias seu Historia shahiludii by Thomas Hyde in the year 1694

Vroege Shatranj Speelstukken

Illustratie van Shatranj stukken in het boek "Mandragorias, seu, Historia shahiludii"
door Thomas Hyde in het jaar 1694

6e Eeuw:
Chatrang bereikt Perzië

Rond het midden van de 6e eeuw gaf de Indiase koning Divsaram het Perzische hof een oorlogsspel met de naam "Chatrang". Aangenomen wordt dat "Chatrang" een enigszins gewijzigde versie was van "Chaturanga", aangezien de spelstukken andere namen hadden: koning, commandant, olifant, paard en voetsoldaat. Het spel was zeer populair, en de populariteit ervan werd waarschijnlijk bevorderd door de toenmalige heersende en cultureel zeer geïnteresseerde koning Chosraus I, die het spel ook een hoge sociale status gaf. Daarom werden spelers die het schaakspel beheersten zeer gerespecteerd, en er zijn verschillende geschriften bewaard gebleven waarin het spel wordt genoemd samen met andere cultureel ingeburgerde spellen uit die tijd. Ook de termen "schaak" en "mat" vinden hun oorsprong in de Perzische taal. "Schaken' betekent 'shah', wat 'koning' betekent. "Mat," aan de andere kant, kan worden geïnterpreteerd vanuit het Perzisch "mat" als "hulpeloos, verslagen of verlaten". "Schaakmat' in de context van het spel betekent dus zoiets als 'Shah Mat': "De koning is aan zijn lot overgelaten." De parafrase verwijst naar de regel dat de koning niet direct verslagen wordt, maar dat het spel eindigt zodra hij in een hopeloze situatie terechtkomt.
A well-preserved 12th century chess set from Nishapur in Iran showing dark and green chess pieces

Schaakspel, 12e Eeuw, Iran

Een goed bewaard gebleven 12e eeuws schaakspel uit Nishapur, Iran, tentoongesteld in het Metropolitan Museum of Art. In die tijd hadden de stukken verschillende vormen. De koning en dame werden voorgesteld met tronen van verschillende grootte. De loper was een olifant met twee slagtanden, het paard werd afgebeeld als een paard, zoals nu, en de toren had een V-vorm. De pionnen werden voorgesteld als halve bollen met knoppen aan de bovenkant.

7e Eeuw:
Verspreid van Arabië naar de Wereld

In de eerste helft van de 7e eeuw veroverden de Arabieren het Sassanidische Rijk en kwamen zij in aanraking met het spel dat nu "Shatrandsch" wordt genoemd door de taalkundige aanpassing. Net als in Perzië won het spel in de Arabische wereld grote populariteit en werd het een cultuurgoed. Zo maken Arabische verslagen voor het eerst melding van beroemde spelers zoals: al-Adli, ar-Razi of Mawardi en professionele spelers, die zich uitgebreid met de speelkunst bezighielden. In die tijd werden hele verhandelingen over openingsstrategieën, eindspelposities, tactiek en zelfs de eerste links naar de wiskunde opgeschreven. Aangezien de regels van de "Shatrandsch" bewaard zijn gebleven en zij een duidelijke overeenkomst vertonen met het latere schaakspel, toont de Arabische variant van het spel het duidelijkste verband met de Indiase oorsprong van het schaakspel.

De graanlegende wordt eveneens toegeschreven aan de Arabische regio en bevestigt tegelijkertijd het verband met India. Volgens deze legende was er eens een Indiase heerser genaamd Shihram die zijn positie als heerser niet waarmaakte en zijn volk tiranniseerde. De brahmaan Sissa ontwikkelde toen een spel voor de koning om hem de plichten en verantwoordelijkheden van alle mensen van zijn volk te laten zien en hoe hij over hen moest heersen. Onder de indruk van het spel werd koning Shihram zich langzaam bewust van zijn verantwoordelijkheden en liet het spel door zijn hele koninkrijk verspreiden. In ruil voor het spel en de les die hij had geleerd, schonk de koning Sissa een wens. Sissa vroeg om een steeds grotere hoeveelheid tarwekorrels, verdubbeld van schaakveld tot schaakveld, te beginnen met één korrel. De koning was verbaasd over de vermeende bescheidenheid en vroeg de wiskundige en de opzichter van de graanschuur de gewenste hoeveelheid te leveren. Helaas was dit niet mogelijk, want de hoeveelheid bedroeg meer dan 18 biljoen graankorrels, oftewel 730 miljard ton. Dit zou de koning opnieuw bewust moeten maken van de complexiteit van zijn verantwoordelijkheid als leider. De bedenkers van de legende zijn waarschijnlijk de dichter as-Sabhādī, die uit Bagdad kwam, en de biograaf Ibn Challikān, die uit Erbil kwam.

Tot de 9e eeuw ontwikkelde Bagdad zich meer en meer tot het culturele centrum van de Islam en was het de bestemming van vele reizigers en het vertrekpunt van talloze handelsroutes. Handelskaravanen brachten de Perzische schaakvariant over de Aziatische regio naar Japan en langs meer noordelijke routes van Constantinopel naar Rusland. Via de Berberstammen van Noord-Afrika bereikte het schaakspel Spanje, waar de hoogbegaafde en zeer beroemde musicus uit die tijd, Abul-Hasan Alí Ibn Nafí, die in Irak was geboren en door de kalief vanwege zijn talenten naar Andalusië werd gestuurd, het spel verder cultiveerde en de faam ervan bevorderde.

A Monglian chess set from the Qing dynasty

Mongools Schaakspel, Qing Dynastie

Een Mongools schaakspel uit de Qing dynastie. De regels lijken sterk op het internationale schaakspel, hoewel de stukken andere vormen hebben. Het spel wordt in Mongolië Shatar genoemd, een andere spelvariant met 10 x 10 borden heet Hiashatar.

13e Eeuw:
Opkomst en Populariteit in Europa

Tegen de 13e eeuw had het spel zich verder verspreid naar Frankrijk, Italië en zelfs IJsland. Het was in deze periode dat de spelopeningen, die nu nog steeds bekend zijn en genoemd zijn naar hun landen van herkomst, ontstonden. Ondanks bezwaren en herhaalde verboden van de kerk, omdat schaken op gokken leek en mensen van hun plichten zou afleiden, kreeg het spel de overhand. Net als in de eeuwen daarvoor steeg het prestige van het schaakspel in heel Europa en werd het zelfs verheven tot een van de zeven ridderdeugden. Zo schreef de Dominicaanse broeder Jacobus de Cessolis in 1330 een gedetailleerde interpretatie van het schaakspel in zijn werk "Liber de moribus hominum et officiis nobilium ac popularium super ludo scacchorum" (Vertaald: Een boek over het karakter van mensen en de plichten van de adel en het gewone volk bij het schaken) een gedetailleerde interpretatie van het schaakspel, verwijzend naar de rollen en plichten in de maatschappij die door de speelstukken worden vertegenwoordigd. Vanwege de maatschappijkritische trekken en de nadruk op solidariteit in plaats van hiërarchie was het werk zeer populair en een van de meest gelezen werken van de Middeleeuwen.
In 1473 verscheen de eerste gedrukte editie in Utrecht.
The illustration of the chess game by the Dominican Jacobus de Cessolis in his book A Book on the Character of Men and the Duties of the Nobility and the Common People at Chess from the year 1473

De Reputatie van Schaken

De illustratie van het schaakspel door de Dominicaan Jacobus de Cessolis in zijn boek: "Een boek over het karakter van mensen en de plichten van de adel en het gewone volk bij het schaken", 1473.

15e eeuw:
Politiek en Nieuwe Regels

Tegen het einde van de 15e eeuw vonden belangrijke regelwijzigingen plaats die het schaken maakten tot wat het nu is. De pionnen kregen hun dubbele zet en hun promotie aan het eind van het bord, terwijl zowel de loper als de dame onbeperkt in hun bewegingsrichting mochten bewegen. Vooral de dame werd zo het machtigste stuk op het bord, hoewel de redenen voor de versterking van haar macht niet precies zijn gedocumenteerd. Er zijn echter verschillende veronderstellingen die terug te voeren zijn op historische figuren. Zo kwamen in de Middeleeuwen sterke koninginnen aan de macht, waaronder Eleonora van Aquitanië, Blanka van Castilië en vooral Isabella I, die een grote politieke invloed uitoefende op de loop van de geschiedenis. De culturele verankering van de Maagd Maria kan ook van invloed zijn geweest op de regelverandering. Bovendien werd lang voor de regelwijziging het belang van een dame voor de koning romantisch beschouwd als essentieel voor het overleven. Als de koning zijn dame of zijn grote liefde verliest, blijft er voor hem niets van waarde op het bord over. De nieuwe positie van de dame in het schaakspel opende geheel nieuwe tactische en strategische mogelijkheden, waarmee eerst de Europese en later de spelers wereldwijd de strijd aangingen.


Tot in de 18e eeuw hadden de Italianen een dominante positie in de schaak- en tactische literatuur, totdat de schaakscene in Frankrijk gerenommeerde spelers voortbracht en het Europese schaakcentrum werd. Met name het "Café de la Régence" was de ontmoetingsplaats van vele topspelers zoals Paul Morphy, José Raúl Capablanca en Pierre Charles Fournier de Saint-Amant. Zelfs beroemdheden als Napoleon Bonaparte, Karl Marx en Friedrich Engels schoven hier hun stukken over het bord. Een curiositeit uit die tijd was de "Mechanische Turk" gebouwd door Wolfgang von Kempelen. Dit was een schaakrobot die, in de gedaante van een in het Turks geklede man die voor een doos zat, blijkbaar zonder veel nadenken tegen echte spelers kon spelen en in de meeste gevallen kon winnen. Pas enkele decennia later werd het geheim onthuld en bleek dat mensen zich in de doos verstopten en hun zetten via een ingewikkeld mechanisme doorgaven aan de handbewegingen van de robot. Hoewel het geheim geen grote verrassing was, was het opmerkelijk dat zo'n ingewikkeld mechanisme alleen voor een zwendel werd ontwikkeld en dat er spelers voor werden gevonden die de uitdagers internationaal konden weerstaan en zelfs verslaan.
A cross-section of Joseph Friedrich Freiherr von Racknitz showing his conjectures about how the mechanical Turk works

Mechanische Turk

Een dwarsdoorsnede van Joseph Friedrich Freiherr von Racknitz, met zijn vermoedens over de werking van de mechanische Turk. Een van de vele illustraties van kunstenaars uit die tijd met als doel het mysterie te onthullen.

19e Eeuw:
Het eerste Wedkampioenschap Schaken

In de 19e eeuw zette het schaken zijn triomftocht voort en werd het een favoriet spel van de burgers. Schaaktijdschriften berichtten regelmatig over nieuwe strategieën en tactieken en er werden steeds meer competities en toernooien gehouden. In 1849 registreerde Nathaniel Cook het beroemde ontwerp voor schaakstukken, dat vervolgens werd overgenomen door John Jaques of London voor de distributie van schaakstukken en officieel werd aanbevolen door de FIDE voor het schaken over de hele wereld. Om imitators af te schrikken en de populariteit van de schaakstukken te bevorderen, liet Cook de belangrijkste speler van die tijd, Howard Staunton, de echtheidscertificaten van de stukken ondertekenen en noemde de stukken zelfs naar hem: de Staunton schaakstukken. Het was ook de eerste keer dat het wereldkampioenschap schaken werd gehouden, dat Wilhelm Steinitz in 1886 won tegen Johannes Hermann Zukertort. Hij behield zijn kroon tot Emanuel Lasker hem in 1894 de titel afpakte en deze vervolgens verdedigde in een recordtijd die nog steeds geldig is. Pas in 1921, 27 jaar na zijn overwinning op Steinitz, verloor Lasker van José Raúl Capablanca in de wedstrijd om het wereldkampioenschap in Havana.
An illustration by Jean Henri Marlet shows a match between Howard Staunton and Pierre Charles Fournier Saint-Amant on December 16 in the year 1843

Staunton vs Saint-Amant

Een illustratie van Jean Henri Marlet toont een wedstrijd tussen Howard Staunton en Pierre Charles Fournier Saint-Amant op 16 december 1843.

20e Eeuw:
Koude Oorlog en Kunstmatige Intelligentie

De professionalisering van het schaken nam in de 20e eeuw verder toe. Er werden vaker internationale toernooien gehouden, schaakcompetities opgericht en literatuur over schaakcomposities werd populairder. De opkomst van het schaken leidde onder meer tot de oprichting van de internationale schaakfederatie "Fédération Internationale des Échecs" (FIDE) in 1924 en tot het houden van de Schaakolympiades vanaf 1927. Via overheidssubsidies nam Rusland een voortrekkersrol op zich bij de opleiding van schaaktalenten en domineerde het de competitie vanaf de jaren vijftig. Door het hoge aanzien dat schaken bij het grote publiek verwierf, ontwikkelde zich een felle competitie tussen de westerse en oosterse grootmachten, met als hoogtepunt de match van de eeuw tussen Bobby Fischer en Boris Spassky in de finale van het wereldkampioenschap van 1972 in Reykjavik. De wedstrijd zelf werd propagandistisch uitgebuit als een strijd bij volmacht van de Koude Oorlog, waarbij elke partij probeerde te bewijzen dat haar eigen systeem superieur was. Als een botsing van twee ideologieën vertegenwoordigde Fischer het kapitalisme en Spassky het communisme. Buiten de wedstrijd werd het evenement gekenmerkt door de capriolen van Fischer. Typisch voor hem en begunstigd door zijn hoge positie in het schaakspel als de enige waardige westerse mededinger voor de titel, gedroeg hij zich op excentrieke wijze. Zo eiste hij met succes een verhoging van het prijzengeld, maakte hij de reis naar de plaats van het toernooi met vertraging en pas na een verzoek van Henry Kissinger zelf, en eiste hij na het verlies van de tweede partij dat de wedstrijd in een aparte zaal zou worden gespeeld. Fischers houding had, zoals altijd, een intimiderend en verontrustend effect op zijn tegenstanders, waar ook Spassky last van had. En na Fischers overwinning in de derde partij keerde het tij eindelijk in zijn voordeel. Na in totaal 21 partijen, gespeeld tussen 11 juli en 31 augustus, werd de wereldkampioen gekroond: Bobby Fischer versloeg Boris Spassky. De benaming van het evenement als het Spel van de Eeuw voldeed in feite aan de verwachtingen van het toenmalige wereldwijde publiek. Beide spelers betwistten de finale op de top van hun kunnen en boden de wereld een drama dat niets te wensen overliet. Het schaken kreeg door deze wedstrijd een levendige aanhang en kon zijn populariteit weer vergroten, ook al waren de bijbehorende politieke omstandigheden minder bevorderlijk voor zijn reputatie.
Bobby Fischer and Boris Spassky

De Wedstrijd van de Eeuw

Bobby Fischer (l.) versloeg, te midden van een grote mediahype, Boris Spassky (r.) en besliste de "koude" proxy-oorlog voor het Westen. Beide tegenstanders speelden op topniveau en voldeden aan de wereldwijde verwachtingen van de "match van de eeuw".

Tegen het einde van de eeuw bleek de strijd tussen mens en machine nog fascinerender dan een politiek conflict. De regerend wereldkampioen Garry Kasparov, ervaren in het strijden tegen schaakcomputers en ervan overtuigd dat hij nooit door een computer zou worden verslagen, stond in 1996 tegenover Deep Blue, een door IBM ontwikkelde schaakcomputer. Te midden van veel media-aandacht won Deep Blue de eerste partij, maar verloor er nog drie en wist slechts twee keer remise te houden. Ongeacht de nederlaag van de computer ging de aandacht vooral uit naar de eerste partij die Deep Blue won, waaruit bleek dat een computer de wereldkampioen kon verslaan. Met dit inzicht rustte IBM Deep Blue uit met nog krachtigere hardware en optimaliseerde de software. Slechts een jaar later, in 1997, versloeg Deep Blue Garri Kasparov in zes games onder toernooicondities. Kasparov was ontstemd over zijn nederlaag en beschuldigde IBM ervan de computer te helpen. Pas 20 jaar later herzag hij deze verklaring en bevestigde hij dat hij niet was bedrogen.

21e Eeuw:
Internet en Groeiende Populariteit van Schaken

De 21e eeuw bracht het schaken een wereldwijde doorbraak met de komst van het internet, dat het voor iedereen over de hele wereld mogelijk maakte om zonder barrières te schaken. Aanbieders van schaakportalen maakten het ook mogelijk het spel in zeer korte tijd te leren en een uitgebreid en - althans in vergelijking met de tijd vóór het internet - geavanceerd begrip van tactiek en strategie te krijgen. Het heeft ook een aantal grote schakers voortgebracht. Vladimir Kramnik en Viswanathan Anand, bijvoorbeeld, domineerden de schaakwereld aan het begin van de eeuw tot 2013, toen schaakwonder Magnus Carlsen een nieuwe standaard zette. Met het uitbreken van de Coronapandemie begin jaren 2020 nam de populariteit van het schaken weer toe, zij het onder minder gelukkige omstandigheden. Dit kwam door de beperkingen op buitenactiviteiten op het hoogtepunt van de pandemie, waardoor de vraag naar digitaal entertainment sterk was toegenomen. Maar ook de berichtgeving en de amusementsvormen namen aanzienlijk toe, waardoor op mediaportalen prominente persoonlijkheden ontstonden die het schaken met vertrouwen de toekomst in zullen dragen.